Diamantvink -Diamantastrilde (Emblema guttata)
Grootte: ongeveer 12 centimeter.
Geslachtsonderscheid: Het verschil is nauwelijks te zien. Tijdens het hof maken van het vrouwtje baltsen en zingen de mannen.
Komt voor: Australië.
Broed duur: 12 tot 14 dagen.
Ringmaat: 2,5 (hier te bestellen)
De diamantvink is van oorsprong een bewoner van de droge grasvlakten met veel laaggroeiend struikgewas en hier en daar een boom. Houdt zich graag op in de nabijheid van waterlopen. heeft zich in de loop der jaren tot een echte cultuurvolger ontpopt en komt bijgevolg ook veelvuldig voor in gewone parken en tuinen.
Diamantvinken broeden meestal paarsgewijs maar er zijn ook meldingen van koloniebroed. Buiten de broedtijd vormen deze vogels kleine groepen van zo’n 30 stuks. Het voedsel bestaat voornamelijk uit rijpe en halfrijpe graszaden, gedurende de broedtijd aangevuld met allerlei soorten insekten en hun larven.
De plaats van het nest is zeer verschillend, meestal in de buurt van water, mistelstruiken, in eucalyptusbomen, acacia’s en hakeabomen, gewoonlijk 2-3 meter boven de grond vaak nog lager maar ook hoger soms tot 30 m. De diamantvink nestelt in cultuurgebieden ook in sierstruiken en fruitbomen; in het bijzonder in citrusbomen. Het nest zelf is vrij omvangrijk en doet veelal wat slordig aan. Het bestaat uit een nestkamer en een soort invliegtunnel. Veel nesten van diamantvinken hebben een tweede nestingang. Meestal tegenover de eigenlijke invlieggang maar ook wel opzij ervan. Opvallend is dat de tweede nestingang geen invliegtunnel heeft en slechts zelden gebruikt wordt. De betekenis ervan is nog een open vraag, mogelijk heeft deze in bepaalde omstandigheden de functie van nooduitgang.
Afmeting nest: lengte 24-30 cm, hoogte 12-20 cm, breedte 12-17 cm, lengte van de invliegtunnel 5-15 cm. Als nestmateriaal gebruiken ze lange grashalmen, allerlei plantenstengels en dunne twijgen. Men heeft vastgesteld dat de vogels tussen de 500 en 800 halmen of stengels verwerken. De binnenbekleding van de broedkamer bestaat uit plantaardige pluizen en kleine veertjes. Wanneer de vogels slechts een slaapplaats bouwen, ontbreekt veelal de binnenbekleding, ook de invlieggang wordt in dat geval vaak achterwege gelaten.
De natuurlijke broedtijd in Australië valt tussen augustus en januari. Behalve in de koudste maanden juni en juli, zijn ook in de overige maanden wel nesten met eieren gevonden. Gemiddelde nestgrootte 5-6 eieren, af en toe afwijkingen naar beneden of naar boven 4-9 eieren.
Topics
-
Agapornis fischeri Lees meer
-
Agapornis personata Lees meer
-
Agapornis roseicollis Lees meer
-
Barmsijs (Acanthis flammea) Lees meer
-
Bichenowastrilde (Poephila bichenovii) Lees meer
-
Binsenastrilde (Neochmia ruficauda) Lees meer
-
Blauwfazantje (Uraeginthus bengalus) Lees meer
-
Blauwkroontje (Loricules galgulus) Lees meer