Bosuil (Strix aluco)

Grootte: ongeveer 37 tot 43 centimeter.
Komt voor: Europa

Gedrongen uil met dikke, rond kop en donkere ogen. Iets groter en vooral duidelijk zwaarder dan de Ransuil, met brede vleugels en kort staart. De grondkleur varieert van grijsbruin tot roodbruin. Onderdelen met donkere vertakte strepen en vlekken. Bovendelen met fijne zwarte tekening en rij witte vlekken op schouder. Gezicht met donkere centrale streep, doorlopend tot op bovenkop en geflankeerd door kruipstrepen. Gezichtssluier egaal, kleur afhankelijk van kleurvorm.

Meestal alleen in het donker te horen. Roep doordringend en herhaal “kjewiet”. Zang vooral in vroege voorjaar langgerekt “hoe”, na enkele seconden gevolgd door bevend “hoe-hoe hoehoehoehoe”. De Bosuil is actief in nacht en schemering. Overdag meestal verstopt in boomkroon. Jaagt vanaf zitpost. Kan in broedtijd nabij broedplaats mensen soms agressief benaderen.

Broedt in loofbossen, parken en tuinen en soms middenin steden. Standvogel, zeer plaatstrouw, ook jongen vestigen zich later meestal niet ver ander eigen geboorteplaats.

Nestelt in boomholen of nestkasten, soms ook rotsnissen of oude gebouwen.

Eet voornamelijk muizen maar ook vogels en amfibieën. Grootste prooien zijn ratten, eekhoorns of duiven.